U krijgt van ons fonds pensioen. Uw pensioen beweegt mee met de economie en de resultaten van de beleggingen. Uw pensioen is variabel. Dat betekent dat het 1x per jaar verandert. Het kan zijn dat het dan omhooggaat. Maar ook omlaag. Ons fonds neemt maatregelen om dalingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Er zijn afspraken gemaakt over hoe wij het pensioen dat u krijgt uitbetaald zo stabiel mogelijk houden. Het gaat om hoe we de resultaten van onze beleggingen verdelen en hoe we de gezamenlijke buffer inzetten. Verder deelt iedereen die van ons pensioen krijgt de risico's met elkaar.
Het pensioen passen we 1x per jaar aan. Dit doen wij in januari. We sturen u elk jaar minimaal een maand van tevoren een bericht. Daarin staat het bedrag (bruto) dat u in het daaropvolgende jaar van ons gaat krijgen. Dit bedrag geldt dan vervolgens voor een heel jaar.
Als het goed gaat met de economie en de beleggingen, kan uw pensioen omhooggaan. In de goede jaren vullen we ook de gezamenlijke buffer (solidariteitsreserve). Als het slecht gaat met de economie en de resultaten van de beleggingen tegenvallen, kunnen we daar geld uit halen. Daarmee voorkomen we dat de maandelijkse pensioenen omlaaggaan. Dit is niet onbeperkt mogelijk. Als het een aantal jaren achter elkaar tegenzit, is het mogelijk dat we de maandelijkse pensioenen alsnog moeten verlagen.
Als de pensioenen omhoog- of omlaaggaan dan is de aanpassing (in %) voor alle gepensioneerden hetzelfde. Daarbij maakt het niet uit of u net met pensioen bent of al jaren pensioen krijgt.
Zolang deelnemers nog niet met pensioen zijn, zien ze als ze inloggen een pensioenpot en een verwacht pensioen. Bent u met pensioen? Dan ziet u het pensioen dat u elke maand krijgt. U ziet geen pensioenpot meer.
Alle pensioenen die we uitbetalen regelen we gezamenlijk. Als u met pensioen gaat, treedt u automatisch toe tot wat wij het ‘uitkeringscollectief’ noemen. Daarin zitten alle mensen die van ons fonds pensioen krijgen. Dus gepensioneerden en ook nabestaanden met een partnerpensioen of wezenpensioen. Zij vormen samen het uitkeringscollectief en delen daarbinnen met elkaar de risico's nu hun pensioen is ingegaan.
Hieronder beschrijven we hoe de overgang gaat als u (deels) stopt met werken en (deels) met pensioen gaat. Krijgt u een pensioen van ons fonds, omdat u nabestaande of arbeidsongeschikt wordt? Dan gaat de start anders. U krijgt hierover informatie op het moment dat uw pensioen ingaat.
U kunt hierover ook meer lezen in ons pensioenreglement.
Op het moment dat u met pensioen gaat, delen we uw pensioenpot in 2 delen:
een pensioenvermogen waaruit u elke maand pensioen ontvangt, het ‘uitkeringsvermogen’, en;
een persoonlijke buffer voor meer stabiliteit van uw pensioen, het ‘spreidingsvermogen’.
Verder is het ‘collectief spreidingsvermogen’ belangrijk vanaf het moment dat uw pensioen ingaat. Dat is een eigen, gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden die in het uitkeringscollectief zitten. Deze gezamenlijke buffer is een optelsom van alle persoonlijke buffers van iedereen die wij een pensioen uitbetalen. Als u met pensioen gaat, stellen we uw persoonlijke buffer gelijk aan de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden (lees hierover verderop meer).
Elke maand laten we u weten wat de buffer is. Wij zijn op 1 januari 2025 overgegaan op de nieuwe regels. Bij de start is de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden 0%.
Uit de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden betalen we elk jaar de aanpassing van het maandelijks pensioen. Gaat het pensioen bijvoorbeeld omhoog? Dan zorgen we er met deze buffer voor dat die aanpassing voor iedereen in de groep hetzelfde is. Het maakt het niet uit of u net met pensioen bent of al jaren pensioen krijgt. Ook niet of u 70, 80 of 90 bent.
We hebben vooraf afspraken gemaakt over hoe we elk jaar de pensioenen aanpassen. Dat hangt onder meer af van de resultaten van de beleggingen en hoeveel geld er zit in de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden.
Stel dat uw pensioen omhooggaat. Dan verhogen wij uw pensioenvermogen vanuit de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden. Zo zorgen we ervoor dat er genoeg geld is om uw pensioen te blijven betalen zolang u leeft.
Het geld voor de pensioenen blijven we beleggen. De waarde kan dus nog veranderen, ook al bent u met pensioen. De gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden (met daarin alle persoonlijke buffers) verandert daarom ook continu.
We drukken de waarde van de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden uit in een % van al het geld dat er is voor de betaling van de pensioenen van alle gepensioneerden. Met dat percentage doen we het volgende:
De hoogte van de gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden (dus van alle persoonlijke buffers samen) is ook belangrijk op het moment dat uw pensioen ingaat. Dat zit zo:
Bijvoorbeeld: De gezamenlijke buffer van alle gepensioneerden is –10% als u met pensioen gaat. Uw persoonlijke buffer wordt dan ook –10%. Dat betekent dat er meer geld is voor uw pensioen bij de start, maar minder buffer.
Omdat u op deze manier gaat deelnemen aan het uitkeringscollectief krijgt u elke maand een pensioen dat bij de start zo stabiel en voorspelbaar mogelijk is. Stel: het gaat niet goed met de economie en de resultaten van de beleggingen vallen tegen, dan daalt uw pensioenpot voordat uw pensioen ingaat. Maar dan daalt ook de persoonlijke buffer van mensen in het uitkeringscollectief. Gaat u op dat moment met pensioen? Dan heeft u een lagere pensioenpot, maar u krijgt ook lagere persoonlijke buffer (in lijn met de anderen die al met pensioen zijn). Dus blijft er naar verhouding meer geld over voor uw pensioenvermogen waaruit wij uw pensioen betalen. Daardoor heeft een financiële tegenvaller (zoals een plotselinge daling van de beurskoersen) weinig invloed op hoe hoog uw pensioen is bij de start.
Gaat u binnenkort met pensioen? En bent u bezig met het plannen van uw pensioen in de Pensioenplanner? Dan ziet u verwachte bedragen. Het bedrag dat u straks op uw rekening krijgt, weten we pas zeker op de dag dat u met pensioen gaat.